Sprookje over zeven Wamelse geitjes
“Het was een mooi gezicht, al die kontjes voor de verwarming”
Er kwam geen boze wolf aan te pas, die vrijdagnacht 9 januari jongstleden in de schuur van Ine en Ad ’t Hoofd aan de Kerkstraat in Wamel. Maar zeven geitjes zorgden toch voor een mooi sprookje.
Na een dracht van vijf maanden schonk de driejarige Witte moedergeit Flanance van Eversteyn tussen half een en half twee die nacht het leven aan vijf geitjes en twee bokjes, een hoogst zeldzame meerling.
“Drie- of vierlingen komen wel vaker voor, maar zeven lammetjes is een unicum”, weet Ine, die als hobby geiten houdt.
|
|
"Ik had al vier weken van te voren in de gaten dat geit Flanance zwaar was. Ik heb al heel wat jaren geiten en als maatstaf voor de dracht, meet ik altijd met mijn armen om het dikste gedeelte van de buik. (Dit geldt natuurlijk niet voor iedereen, ik ben 1.60 meter lang. Als ik mijn armen er niet meer om heen kan krijgen, is er sprake van meerlingen).
Ik heb haar toen op een speciaal dieet gezet. Ze krijgen dan van mij een goede geitenbrok met een schep haver, een theelepeltje lijnzaad, gewelde havermout en natuurlijk goed groenvoer en hooi. Ik bied dat dan vier keer per dag aan en zo krijgt ze toch haar portie binnen.
Na twee weken nam ze haar portie niet meer op en ik heb toen de dierenarts gevraagd om eens langs te komen. Deze schrok van de geit en riep: “Daar zitten er wel vijf in.”
We hebben toen besloten om haar extra kalk en propyleenglycol een keer daags 30 cc van beide toe te dienen.
Dat ging een week goed. De geit kwam niet meer overeind. In overleg met de dierenarts besloten om haar in te lijden. Het duurde toch nog 38 uur eer ze tien centimeter ontsluiting had. Op het moment dat ze persneigingen maakte, dacht ik dat gaat niet goed. Ze ging plat op haar zij met haar koppie lang uit op de grond. Ik heb dat even aangekeken en toen besloten om de geitjes er maar uit te halen.
Nadat ik ze alle zeven plus de moederkoeken eruit had, heb ik de moedergeit een baarmoederpil gegeven om eventuele baarmoederontsteking te voorkomen. De zevenling heb ik naar een andere stal gedaan omdat ze voor de moeder te veel waren.
Om acht uur ’s morgens heb ik de dierenarts gebeld en deze heeft de moedergeit onderzocht en haar wat versterkingsmiddel gegeven.
De moedergeit heeft nog een week haar speciale dieet gehad dat daarna langzaam is afgebouwd.
Het gaat nu uitstekend met moedergeit en haar zevenling. Ik melk haar zelf en ze geeft nu, 26-01-1993, twee liter melk per dag."
Kontjes Ine hielp moedergeit bij de bevalling. Ze kwam wel handen en voeten te kort, want na nummer drie, vier en vijf was het nog niet gedaan. “Mijn man Ad en onze buurvrouw, Lydia Knol, hebben geholpen. Om half twee waren ze alle zeven geboren.
Omdat het in de schuur te koud was voor de lammetjes, werden ze allemaal voor de kachel in huis gelegd en heel goed afgedroogd. “Het was een mooi gezicht, al die kontjes tegen de verwarming. De moedergeit was ook zo dankbaar, dat zag je.”
De vaderbok van het geitenspul, Gradje van het Heiland, is nog reservekampioen van Gelderland. Dat belooft wat voor de volgende keuring.
Moeder en kinderen maken het overigens uitstekend. De lammetjes wegen per stuk zo’n 2.5 kilo. “Tel daarbij het vruchtwater en de moederkoeken op, dan is de geit toch wel zo’n 25 kilo zwaarder geweest”, schat Ine in.
Flanance heeft zelf te weinig melk voor haar kroost. Gelukkig heeft Ine ingevroren geitenmelk beschikbaar. Niet omdat ze erop gerekend heeft, maar omdat haar kinderen ook geitenmelk drinken. “Ze zijn allergisch voor koeienmelk. Geitenmelk is een heel goed alternatief. Daarom ben ik vijf jaar geleden begonnen met het houden van geiten”, legt ze uit.
Voordeel van geitenmelk is dat het in tegenstelling tot koeienmelk ingevroren kan worden. “Koeienmelk heeft grotere eiwitten, die vallen uiteen”, vertelt ze. De kleinere eiwitten en vetten in geitenmelk kunnen beter door het darmgestel verwerkt worden.
Geiten produceren meer melk wanneer ze gedekt zijn. Zo kwam Ine vorig jaar aan negentien lammetjes. Ze kon ze niet allemaal houden. Vandaar dat er veel verkocht zijn. Ze staan allemaal in het stamboek geregistreerd. Daarom hebben geitenmelkerijen en geitenkaasmakers er belangstelling voor.
Ine maakt zelf trouwens ook geitenkaas, maar wel als hobby.
|
"De Geitenhouder", februari 1993 |
|